Artikel 17f uit voorstel voor Wet bescherming klokkenluiders
Onderstaand staan de bepalingen uit de Wet bescherming klokkenluiders waar in deze cao naar verwezen wordt. De passages zijn afkomstig uit de geldende versie opgenomen in de Wettenbank.
Tekst artikel 17f
1. Onverminderd het bij of krachtens de wet bepaalde met betrekking tot de bescherming van de nationale veiligheid, het beroepsgeheim van advocaten, het medisch beroepsgeheim, de geheimhouding van rechterlijke beraadslagingen en het strafprocesrecht, is een melder ingeval van een melding of openbaarmaking van een vermoeden van een misstand niet aansprakelijk voor een inbreuk op enige beperking van de openbaarmaking van informatie, indien:
a. hij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de melding of openbaarmaking van de informatie noodzakelijk is voor de onthulling van de misstand, en
b. de melding of openbaarmaking overeenkomstig de voorwaarden in deze wet is gedaan.
2. Een melder is, indien hij voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, niet aansprakelijk voor het verwerven van of de toegang tot informatie die in de melding is opgenomen of die openbaar wordt gemaakt, tenzij het verwerven van of de toegang tot die informatie strafbaar is gesteld.
3. De bewijslast dat niet voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste en tweede lid, berust bij degene die de melder aansprakelijk heeft gesteld.
4. Artikel 3, tweede lid, van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen is van toepassing op een melding of openbaarmaking in de zin van deze wet.
5. Het eerste tot en met vierde lid is van overeenkomstige toepassing op degene die een melder bijstaat en een betrokken derde.