2.8 RVU (Regeling voor Vervroegde Uittreding)
RVU-regeling
U heeft recht om gebruik maken van de RVU-regeling als u:
- voor 1 januari 2029 de AOW-leeftijd bereikt
- volledig met RVU-ontslag gaat
- op het moment dat u met RVU-ontslag gaat 43 of meer jaar gewerkt heeft bij de overheid, waarvan minimaal de laatste 10 jaar bij de sector Rijk. Om te bepalen hoeveel jaar u bij de overheid heeft gewerkt wordt gekeken naar de diensttijd die gebruikt wordt voor de jubileumuitkering.
- geen gebruik maakt van de SBF-regeling
- voorafgaand aan uw RVU-ontslag een vaststellingsovereenkomst sluit waarin u verklaart:
- geen WW-uitkering te zullen aanvragen
- af te zien van de transitievergoeding en
- de uitkering voor 1 januari 2026 aanvraagt.
De RVU-uitkering begint maximaal 24 maanden voor de AOW-leeftijd en eindigt als u de AOW-leeftijd bereikt. Als u komt te overlijden dan stopt de uitbetaling van uw RVU-uitkering en krijgen uw nabestaanden een overlijdensuitkering van driemaal de maandelijkse RVU-uitkering.
De hoogte van de RVU-uitkering bedraagt momenteel € 2.182 bruto per maand. Als uw arbeidsduur minder is dan een volledige arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week geldt dit bedrag voor u naar rato van de volledige arbeidsduur.
Individuele RVU
Als u en uw leidinggevende allebei vinden dat het onzeker is of u tot uw AOW-leeftijd goed kunt blijven werken kunt tot 1 januari 2026 een afspraak maken over een individuele RVU. In afwijking van de RVU-regeling hoeft u dan niet te voldoen aan de dienstjaren eisen en kan uw RVU-uitkering tot maximaal 36 maanden voor de AOW-leeftijd beginnen. De overige voorwaarden van de RVU-regeling gelden ook bij een individuele RVU.