25.1.6 Enkele algemene uitgangspunten

Uw recht op de aanspraken gaat in op de ingangsdatum van uw uitzending en eindigt bij het einde daarvan. Dit is alleen anders als expliciet bepaald is dat een aanspraak (ook) voorafgaand of na afloop van een uitzending geldt.

Voor zover u of uw gezinsleden op basis van een andere regeling dan deze cao een voorziening krijgt of kan krijgen voor kosten waarvoor in dit hoofdstuk een voorziening is opgenomen, heeft u voor die kosten geen recht op voorzieningen volgens deze cao.

Als u en een andere werknemer voor hetzelfde kind een beroep doen op de voorzieningen in dit hoofdstuk dan bepaalt uw werkgever wie van u beiden als enige in aanmerking komt voor die voorzieningen.

De vergoedingen die in dit hoofdstuk staan krijgt u netto uitbetaald.

De voorzieningen die in dit hoofdstuk staan zijn niet afhankelijk van uw arbeidsduur. Dit is alleen anders als u van uw werkgever toestemming heeft gekregen om tijdens uw uitzending minder dan gemiddeld 36 uur per week te werken. In dat geval gelden de in dit hoofdstuk en bijlage 18 van de cao genoemde bedragen wel naar rato van uw arbeidsduur, met uitzondering van de verhuiskostenvergoeding, de vergoeding voor dubbele woonlasten en de vergoeding voor uitrustingskosten.

Uw werkgever betaalt uw vergoedingen uit in euro’s.

U moet veranderingen die van invloed (kunnen) zijn op de hoogte van uw aanspraken zo spoedig mogelijk melden op de manier die uw werkgever voorschrijft.

Kosten die daarvoor volgens dit hoofdstuk in aanmerking komen moet u declareren op de manier die uw werkgever voorschrijft. Daarbij moet u ermee rekening houden dat uw recht op vergoeding van de kosten vervalt als u uw declaratie niet indient binnen drie maanden nadat u de kosten gemaakt heeft.

Om de hoogte van de vergoedingen in dit hoofdstuk vast te kunnen stellen zal uw werkgever documenten van u vragen om uw (gezins)situatie te kunnen vaststellen en u vragen om facturen en betaalbewijze van uw uitgaven.